Utrecht Cab Rondom Centraal Autoherstel Bedrijf Site

Geen motoren, maar kunst op werkplaats

Het Centraal Autoherstel Bedrijf Utrecht was een busremise en -werkplaats voor de Nederlandse Spoorwegen. In het enorme gebouw zijn de werkruimten voor chauffeurs en monteurs inmiddels overgenomen door studenten en artiesten.

 

De NS kreeg concessies om vanaf treinstations de dunbevolkte regio’s met openbaar busvervoer te bedienen. De vele buslijnen werden onder de vlag van de NV Algemeene Transport Onderneming (ATO) bediend.

NS bracht in 1928 ook de Van Gend en Loos H. Colignon & Cie onder bij de ATO. Van Gend & Loos verzorgde de aan- en afvoer van pakketjes en had bij het hoofdstation een expeditieloods. Zo functioneerden onder de ATO de eigen busdiensten, de busdiensten van dochters in de regio en Van Gend & Loos.

Een voormalige werkplaats bij het station werd de reparatiegarage voor de bussen van ATO, andere NS-dochters en ATO-dochters en de expeditiewagens van Van Gend & Loos. In 1945 kreeg deze NS dochter de naam NV Centraal Auto Herstel Bedrijf (CAB). Voor de centrale inkoop, revisies en groot onderhoud was een grotere en modernere centrale garage nodig. Het Centraal Autoherstel Bedrijf NS kwam er in 1949 naar een ontwerp van eigen NS-architect Sybold van Ravesteyn. CAB was er niet alleen voor het onderhoud van autobussen en expeditiewagens, ook voor de treinmotoren, kleine elektromotoren en frequentieomvormers van NS, de Amsterdamse tram en de Arnhemse trolleybus. Het gebouw zou sober uitgevoerd moeten worden, de norm in de schaarse periode na de oorlog. Van Ravesteyn heeft met beperkte middelen het grote pand toch met de voor hem kenmerkende stijlelementen enige allure kunnen gegeven.

Connexion is niet meer van de NS. Onderhoud aan motoren is minder geworden en gebeurt elders. Het complex is door de NS verlaten en geeft nu onderdak aan City Box, NUtrecht en DBStudio, met ondermeer ateliers, oefenruimtes en een hal voor events. Ook de Herman Brood Academie heeft er oefenruimtes. Het pand is als industrieel erfgoed gemeentelijk monument geworden in 2013.

Dit stuk is van Bert Poortman en eerder gepubliceerd in het Stadsblad.