Presentatie Jaarboek 2013 plus minisymposium

Het jaarboek 2013 is gewijd aan, hoe kan het ook anders, De Vrede van Utrecht waarbij het is gelukt om een aantal auteurs met een geheel eigen insteek te vinden. Om niet als mosterd na de maaltijd te komen en te verdwijnen in een stroom van andere activiteiten en publicaties is ervoor gekozen om het jaarboek dit jaar niet eind november maar begin september te laten verschijnen.

Vanwege het thema van dit jaarboek had de presentatie ervan een speciale vorm. Ze vond bovendien plaats op een bijzondere locatie: de centrale zaal in het stadhuis van Utrecht, de plek waar in 1713 de Vrede getekend zou zijn. Op het programma stonden verschillende onderdelen. Burgemeester Aleid Wolfsen opende de avond en memoreerde een recent gesprek met een mevrouw die de Vrede van Versailles in 1918 nog had 'meegemaakt'. Vervolgens ging hij kort in op de Vrede van Utrecht en nam de gelegenheid te baat de Vereniging Oud-Utrecht te feliciteren met haar 90-jarig bestaan. Daarna nam Heins Willemsen, voorzitter van de vereniging, het woord. Hij noemde alle auteurs die aan het jaarboek hebben bijgedragen, bedankte de redactie voor haar inspanningen en bood de burgemeester het eerste exemplaar van het fraai uitgevoerde jaarboek aan. 

Minisymposium
Het volgende deel van de avond bestond uit een minisymposium. Centraal hierbij was de vraag: ‘op welke manier zou een activiteit als de viering van de Vrede van Utrecht om moeten gaan met de geschiedenis?’ Was dit in Utrecht op de juiste wijze gebeurd of waren er, al dan niet ten onrechte, allerlei nevenzaken aan de viering verbonden?

Wilbert Smulders, de voorzitter van de redactie van het jaarboek, leidde het symposium dat allereerst bestond uit korte presentaties van vier betrokkenen: dr. David Onnekink, prof. dr. Ed Jonker (beiden auteur in dit jaarboek en verbonden aan het Departement Geschiedenis van de Universiteit Utrecht), drs. Ronald Trum (directeur Toerisme van de gemeente Utrecht) en drs. Peter de Haan (intendant van de Stichting Vrede van Utrecht).

Onnekink zette zijn visie op de Vrede van Utrecht uiteen en benadrukte dat deze het zeker waard was om uitgebreid bij stil te staan. Jonker was kritisch. Het vieren van 300 jaar Vrede van Utrecht vindt hij prima, maar er was een hoop 'onzin' bij gehaald om de actualiteit te dienen. Dat had niet gemoeten want het doet afbreuk aan de viering, aldus Jonker. Trum wees erop dat bijzondere evenementen een mooi hulpmiddel zijn om de aandacht op de stad te vestigen en bezoekers te trekken. Voor de stedelijke economie is dat uiteraard gunstig. De Haan, ten slotte, verdedigde de aanpak van de Stichting Vrede van Utrecht en wees op de verantwoordelijkheid van gemeente- en provinciebestuur om een goede evaluatie te maken van de kosten en baten van de viering. Verder wees hij op de mogelijkheid om in de toekomst nieuwe 'jubileumjaren' op te zetten, bijvoorbeeld rond Sint Maarten.

Tijdens de presentaties en de daaropvolgende discussie kwam uiteraard ook ter sprake dat de viering van 300 jaar Vrede van Utrecht gekoppeld was aan de wens om in 2018 Culturele hoofdstad van Europa te worden. Een deel van de gemaakte keuzes had daarmee te maken.De avond werd afgesloten met een drankje en een hapje.